Mag een arts zomaar een geneeskundige behandelingsovereenkomst met zijn patiënt opzeggen?

2 december 2020

Reinboud Schoemaker Advocaat B.V.

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam, ECLI:NL:TGZRAMS:2020:139.

Een huisarts heeft volgens het tuchtcollege verwijtbaar gehandeld omdat hij zonder dat de patiënt het wist, de geneeskundige behandelingsovereenkomst met haar heeft opgezegd. Ook had de huisarts zijn patiënte geen rekening mogen toezenden van €46,04 voor het kopiëren van haar medisch dossier. Het gevolg? Een waarschuwing voor de huisarts.

In deze blog vertellen we u hoe het tuchtcollege tot deze maatregel is gekomen.

De feiten

In 2019 wordt de huisartsenpraktijk door de patiënt aansprakelijk gesteld. De patiënt vraagt hierbij om een kopie van haar medisch dossier. Bij ontvangst van het medisch dossier leest de patiënt tot haar verbazing dat de behandelingsovereenkomst met haar is opgezegd. De patiënt is van mening dat de huisarts de behandelingsovereenkomst met haar rauwelijks, onzorgvuldig en onrechtmatig heeft opgezegd.

Juridisch kader

Tussen de patiënt en de huisarts is sprake van een behandelingsovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek (BW). Op grond van artikel 7:460 BW kan een behandeld arts de behandelingsovereenkomst niet opzeggen. Een uitzondering daarop is een ‘gewichtige reden’. In de wet is niet uitgewerkt wat precies bedoeld wordt met ‘gewichtige redenen’. In de (tucht)rechtspraak wel. De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst (KNMG) heeft in zijn richtlijn “Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst” een aantal voorwaarden opgesteld. Zo moet er in ieder geval sprake zijn van een gewichtig reden en een arts moet eerst waarschuwen dat hij een behandelingsovereenkomst wil gaan opzeggen. Bovendien moet de arts een redelijke termijn aan de patiënt geven waarin zij op zoek kan gaan naar een nieuwe arts. Verder moet de arts de patiënt helpen bij het zoeken naar een nieuwe arts.

Oordeel tuchtcollege

Het tuchtcollege vindt dat de huisarts onzorgvuldig is geweest bij het opzeggen van de behandelingsovereenkomst. Er was geen sprake van een vertrouwensbreuk tussen een patiënt en de arts. Het ontvangen van een aansprakelijkstelling is onvoldoende om een behandelingsovereenkomst op te zeggen.

Na de ontvangst van de aansprakelijkstelling had de huisarts een aantal dingen moeten doen:

  • Hij had met zijn patiënte in gesprek moeten gaan.
  • Hij had moeten onderzoeken of er sprake was van een vertrouwensbreuk.
  • Wanneer er een vertrouwensbreuk was, had hij moeten onderzoeken of deze nog te herstellen was.
  • Hij had de patiënte moeten waarschuwen over de opzegging van de behandelingsovereenkomst.

De klacht van de patiënt acht het tuchtcollege dan ook gegrond.

Daarnaast had de huisarts geen factuur van € 46,04 mogen sturen voor het kopiëren van haar medisch dossier. Sinds de inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) mogen er geen kosten meer in rekening worden gebracht voor het kopiëren van het medisch dossier (artikel 12, vijfde lid AVG). Op deze hoofdregel bestaan twee uitzonderingen:

  1. Als de patiënt om een extra kopie verzoekt of regelmatig om een kopie verzoekt.
  2. Als het verzoek buitensporig is, bijvoorbeeld als een patiënt heel veel of heel vaak verzoeken indient.

Hiervan was in dit geval geen sprake. Ook dit klachtonderdeel acht het tuchtcollege gegrond.

Het handelen van de huisarts is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het tuchtcollege legt dan ook de maatregel van een waarschuwing op.

Heeft u als patiënt ook met een (soortgelijk) tuchtrechtelijk dilemma te maken (gehad)? Neem gerust contact op met ons kantoor.

Ga terug